Wat is de Nederlandse muntwet? Wij kennen in Nederland twee verschillende muntwetten. De muntwet van 1816 en de muntwet van 2002. Maar wat houdt deze zogeheten muntwet in? En wat betekent het in ons dagelijks leven?
In dit artikel leg ik het je meer uit over deze relatief onbekend muntwet.
Wat is de Nederlandse muntwet?
De Nederlandse muntwet is een wet waarin alle wettige betaalmunten van Nederland staan vastgelegd. Ook staat hierin welke waarde deze munten vertegenwoordigen. Via deze wet is schriftelijk vastgesteld waar wij mee kunnen betalen in Nederland. Zo is bijvoorbeeld de supermarkt verplicht om jouw euromunten aan te nemen. Door de Nederlandse muntwet kunnen ze dit niet van jou weigeren.
De Nederlandse muntwet is voor het eerst vastgelegd in 1816. Deze eerste muntwet liep van 1817 tot 2002. Door de invoering van de euro diende de Nederlandse muntwet aangepast te worden.
De muntwet van 1816
De Nederlandse muntwet werd ingevoerd in het jaar 1817. Dit kwam voort uit het advies van Jean Henri van Swinden, een Nederlandse wis- en natuurkundige. Met de invoering van de Nederlandse muntwet werd het decimale muntstelsel in Nederland ingevoerd. Een historische mijlpaal voor de zilveren gulden munten. Deze muntwet gold tussen 1817 en 2002 en bevatte de volgende muntstukken:
- Halfje
- Cent
- 2 1/2 cent – halve stuiver
- Stuiver
- Dubbeltje
- Kwart gulden
- Halve gulden
- Eén Gulden
- Rijksdaalder (2.5 gulden)
- Drieguldenstuk
- Vijf gulden
- Tien gulden
- Vijftig gulden
De muntwet van 2002
Nadat alle lidstaten zich committeerde aan de euro ging in Nederland de muntwet van 1816 op de schop. De Nederlandse gulden was geen wettig betaalmiddel meer. Guldens moesten omgewisseld worden naar de euro. 1 euro stond gelijk aan 2.20371 Nederlandse gulden. In de muntwet van 2002 werd de gulden dus vervangen voor de euro. In de wet van 2002 zijn de 8 euro muntstukken opgenomen, namelijk:
- 0,01 euro
- 0,02 euro
- 0,05 euro
- 0,10 euro
- 0,20 euro
- 0,50 euro
- 1 euro
- 2 euro
Euromunten in de muntwet
Nog niet alle landen uit Europa hebben de euro ingevoerd. 19 van de 27 eurolanden hebben de euro als betaalmiddel. Samen vormen zij de eurozone. Deze landen hebben hun eigen valuta geruild voor de euro. Dit zorgt ervoor dat men met dezelfde munt in al deze landen kan betalen. Euromunten bevatten géén goud of zilver, in tegenstelling tot de welbekende Nederlandse gulden. Afhankelijk van het type euromunt kan deze bestaan uit: koper, aluminium, zink, tin en nikkel.
Betalen met andere munten
Kun je betalen met munten die niet in de muntwet staan? Dit is zeker mogelijk. De partijen tussen wie de transactie plaats vindt moeten het hierover wel eens zijn. Indien je bijvoorbeeld een brood wilt kopen met een zilveren gulden kan dit nog steeds. Hiervoor moet je een bakker vinden, welke akkoord gaat met een dergelijke transactie. De muntwet geeft alleen aan welke betaalmunten niet geweigerd mogen worden.
De bank daarentegen neemt uiteraard geen andere betaalmiddelen aan dan dat wat wettelijk bepaald is. Indien jij besluit guldens te accepteren als betaling kun je deze logischerwijs niet storten op je bankrekening.