Schöne Edelmetaal behoort tot de oudste drie goudhandels ter wereld. Het is dan ook niet gek dat maar liefst zeven generaties van de Amsterdamse familie aan het bedrijf verbonden zijn geweest. We duiken in dit blog de geschiedenis in van dit gerenommeerde familiebedrijf.
De familie Schöne
In 1728 trouwde de Duitse Gerrit Schöne met de Amsterdamse Alida de Waard. Elf jaar later, in 1739, werd Schöne aangesteld als essayeur bij de Amsterdamse Wisselbank, een instelling die verantwoordelijk was voor de opslag van geld in de stad en waar handelaren rekeningen konden openen. Deze aanstelling wordt beschouwd als de aanvang van zijn essayeursbedrijf.
De Wisselbank verrichtte valutatransacties en recyclede inferieure munten tot munten van hogere kwaliteit. De bank werd geleid door drie gekozen commissarissen die bijgestaan werden door de essayeur, een expert op het gebied van edelmetalen die soms ook als commissaris fungeerde.
De essayeur (Schöne) beoordeelde de zuiverheid van goud en zilver en moest alle geheimen van de muntslag en munthandel kennen.
Uitgebreid en overgenomen
Het essayeursbedrijf van Gerrit Schöne was gevestigd in de duurste straat van Amsterdam, de Kalverstraat. In 1749 werd het uitgebreid met een smelterij aan de Baangracht.
Ondertussen was Gerrits broer, Johan Bernard, naar Amsterdam verhuisd en zou hij de stamvader van de huidige familie worden. Het huwelijk van Gerrit en Alida bleef namelijk kinderloos.
Van broer tot broer
In 1761 volgde Johan Bernard zijn broer op als essayeur bij de Wisselbank, en na de dood van Gerrit in 1767 nam hij het bedrijf over. Johan kreeg twee zonen met zijn vrouw Alide Balthasar, Gerrit en Joän Bernd. Nadat Johan overleed, besloot zijn weduwe Alida met de hulp van essayeur Frederik Witbaart het bedrijf voort te zetten en haar zonen op te leiden tot essayeurs.
In 1788, het jaar dat ze de leiding overnam, breidde de firma uit met een perceel in de Sloterdijksteeg, dat achter het bedrijf in de Kalverstraat lag. Schepen konden op die manier gemakkelijk goederen af- en aanvoeren.
Alida trok zich op 60-jarige leeftijd terug uit het compagnieschap dat ze met haar zonen vormde.
Toen werd het lastig voor Schöne Edelmetaal
De Bataafs-Franse tijd van een lastige periode voor de familie en firma Schöne. Na de annexatie door het Franse Koninkrijk in 1811 werden alle contacten met Engeland verboden en viel de handel in edelmetalen vrijwel stil. Hierdoor moest de zilversmelterij aan de Baangracht verkocht worden.
Een nieuw muntenstelsel in 1814 zorgde voor betere tijden
Na de oprichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in 1814 braken er gelukkig betere tijden aan. Er werd een nieuw muntenstelsel ingevoerd en de Nederlandse Bank werd opgericht.
De firma Schöne kreeg de opdracht om de binnengekomen goudstaven opnieuw te essayeren (het goud- of zilvergehalte in (metaal-)legeringen bepalen). Bovendien werden er banden aangeknoopt met de Nederlandse Handelsmaatschappij in 1824. In 1820 werd de Wisselbank opgeheven.
Maar toch waren niet alle financiële problemen opgelost
Pas toen de Amsterdamse economie weer opleefde (eind negentiende eeuw) wist de firma weer op te krabbelen. Het krappe pand aan de Kalverstraat werd dan ook ingeruild voor twee statige panden aan het Rokin.
Na de Eerste Wereldoorlog werden er verschillende agentschappen in het buitenland opgericht en handelscontacten met Oost-Europa en Nederlands-Indië gelegd.
Schöne Edelmetaal in de afgelopen eeuw
In 1922 verhuisde Schöne Edelmetaal naar Amsterdam-Noord. Daar werd edelmetaal gerecycled uit onder andere sieraden, laptops en telefoons, wat vervolgens als grondstof verkocht werd aan juweliers of groothandels.
Ook werden er investeringsproducten gemaakt voor particulieren, zoals goudbaren en -staven.