De ECB overtreedt haar eigen regels. In 2015 begon de Europese Centrale Bank met het opkopen van staatsobligaties. De limiet voor het opkopen van staatsschuld zou 33% moeten worden, aldus de ECB zelf.
Inmiddels blijkt de centrale bank een veel ruimere limiet te hanteren. In plaats van 33% is de daadwerkelijke limiet voor het opkopen van staatsschulden 50%. In een recentelijke presentatie van de Raad van Bestuur van de bank wordt dit percentage voor het eerst vermeld.
Opkoopprogramma met regels
‘Investment garbage’ is de term die de zogeheten obligatie koning (Bill Gross) vandaag de dag hanteert voor staatsobligaties. Vroeger voorstander, inmiddels duidelijk minder positief over deze leningen aan de staat in ruil voor een lage, al dan niet negatieve rente. Begrijpelijk ook als de rente minder opbrengt dan de historische hoge geldontwaarding (lees hier inflatie) van het moment. Niemand zit te wachten op negatief renderende beleggingen.
Waar steeds meer beleggers staatsobligaties links laten liggen, springt de ECB bij. De belangrijkste taak van de ECB is tenslotte het vertrouwen en de stabiliteit van de euro bewerkstelligen. Daarom begon de ECB in 2015 met het opkopen van maximaal 33% van de staatsobligaties. Met een vaste verdeelsleutel probeerde de centrale bank neutraal te blijven in het opkopen van de staatsschulden. Ondanks de goede intenties, bleek het opkoopprogramma niet volledig neutraal en werden de limieten flink getrotseerd.

Bank vergeet eigen waarschuwing
De controle van de ECB over het opkoopprogramma lijkt inmiddels zoek. Naast het feit dat de centrale bank naar rato meer obligaties opkoopt van de bekende economisch zwakke zuidelijke landen, kopen ze ook meer dan 33% van de staatsschulden. Dat gaat volledig in tegen hun eigen waarschuwing van mogelijke negatieve bijeffecten van dit beleid. Dit zei de centrale bank eerder over de 33% limiet:
‘De limiet van 33% is een middelos marktwerking en prijsvorming te vrijwaren en om het risico te beperken dat de ECB een dominante schuldeiser van regeringen in de eurozone wordt.‘
Steeds meer partijen leveren kritiek op het opkoopprogramma van de centrale bank. De economie groeit op dit moment en de inflatie ligt ver boven de gewenste doelstelling. Daarom is het wenselijk dat er minder opgekocht wordt. Toch is de ECB redelijk voorzichtig met het afbouwen van opkopen c.q. stimuleren omdat dit (gezien het verleden) veel teweeg kan brengen.